Dino, een kat, organiseert haar leven tussen twee huizen. Overdag is ze bij Zoé, een meisje van zes wiens moeder Jeanne politiecommissaris is. s’ Nachts zit ze op de daken met Nico de inbreker.
Zoé stopte met praten bij de dood van haar vader, een politieman gedood door Victor Costa, publieke vijand nummer één. De relatie tussen moeder en dochter is echter zeer gespannen. De kat heeft de gewoonte om het meisje kleine cadeautjes zoals spinnen of dode hagedissen mee te brengen, hetgeen de moeder misselijkmakend vindt. Gelukkig heeft Zoé oppas Claudine die haar de gepaste affectie kan geven. Geïntrigeerd door wat haar poes ‘s nachts allemaal doet, volgt Zoé Dino tot op de plek waar Nico woont. Maar ze blijkt op het verkeerde moment op de verkeerde plaats te zijn.